Logo Pepijn@Landen
Erfgoedvereniging
lokale geschiedenis | heemkunde | cultuurtoerisme
Pepijn@Landen
Title of the document Bezoek ons documentatiecentrum
Ga naar de inhoud
Landen

De naam 'Landen' is volgens sommigen (Wauters, 1883) het meervoud van land in de betekenis van bebouwd land, bebouwde akkers. Landen ligt onmiskenbaar immers in het zeer vruchtbare Haspengouw, destijds 'de graanschuur van België' genoemd. De naam werd voor het eerst in 1068 gebruikt. P. Kempeneers (2000) ziet het anders. Landen is volgens hem etymologisch verwant met Londen. Landen(en) ontwikkelde zich uit Londhinium, een afleiding van de persoonsnaam Londhinios, met als grondvorm londo of wild.
De voorlopig oudste vermelding van Landen dateert van het midden van de 11de eeuw in Libri miraculorum sancti Trudonis, geschreven in de abdij van Sint-Truiden: 'Item duae contractae ad nos applicuere, una Niviolensis incola villae, altera L a n d a n a e' of vertaald: 'Op dezelfde manier kwamen twee mindervalide vrouwen bij ons aan: de ene was een inwoonster van de stad Nijvel, de ander van de stad Landen.'
Na het vertrek van de Pippiniden (Pepiniden) kwam een deel van de gemeente in handen van het prinsbisdom Luik, waaronder de oude vesting van Sinte-Gertrudis en een ander deel onder de autoriteit van het hertogdom Brabant.
Hertog Hendrik I (1190-1235) droeg er zorg voor aan de grenzen van zijn domeinen versterkingen te bouwen en zijn land te verdedigen tegen de prins-bisschoppen van Luik. Zo ontstond 'nieuw Landen'. Rond 1213 begon de hertog met de aanleg van een verdedigingsstelsel en in hetzelfde jaar reeds spreken de archieven over de 'oude stad', t.t.z. het Sint-Gertrudiskwartier dat trouwens zal verdwijnen. Het versterkte Landen bestond uit, een cirkelvormige wal, met binnenin verschillende verbindingsstraten waarvan er nu nog enkele bestaan zoals de Kattestraat en de Hoogstraat. Aan de buitenkant van de wal werd een waterpoel gevoed door de waters van de Molenbeek en de Zeype. Drie poorten - Bovenpoort, Hoogpoort en Tiensepoort - gaven verbinding met de buitenwereld.
Op het einde van zijn leven had Hendrik I niet minder dan 25 versterkte steden gesticht, oppida, met daarbij talrijke voorrechten voor de inwonende burgers die hij aldus aan zijn zijde kon scharen tegen onstuimige edellieden of tegen de legers van de prins-bisschop van Luik. Landen bekwam dan ook zeer vlug instellingen die gekopieerd werden van de stad 's Hertogenbosch, in 1181 door Godfried I gesticht. Het Romaanse stadszegel van Landen van 18 februari 1372 bevestigt dat Landen reeds over stadsrechten beschikte. Het latere gotische stadszegel van Landen (1510) herinnert nog duidelijk aan deze versterkte stad. Zijn omschrift luidt: 'SIGGILLUM OPPIDI LANDENSIS AD CAUSAS' (zegel van de versterkte stad Landen).
De wallen zijn in de loop van de 18e eeuw geslecht door particulieren die de gronden van de gemeente gekocht hadden. Van de 13e-eeuwse gotische kapel die op het Bronplein stond, omdat de prins-bisschoppen weigerden de oude kerk van Sint-Gertrudis te herplaatsen, vinden we geen overblijfselen meer. Als herinnering blijven slechts de plaatsnamen 'Op de Muur', 'Onder de Muur' en 'Bovenpoort' over.
In de 16de maar vooral in de 17de eeuw onderging de Landense bevolking een lijdensweg. Rovende en plunderende legerbenden van verschillende nationaliteiten trokken door het land (denk aan de eerste slag bij Neerwinden, 29 juli 1693). Het doorgaans rustige Landen kende op haar grondgebied enkele merkwaardige gebeurtenissen. Tijdens de 80-jarige oorlog, op 10 oktober 1568 ontmoeten de prins van Oranje en de hertog van Alva elkaar 'binnen de versterckte stadt van Landen' en ruim een eeuw later - op 3 juli 1674 sloten verschillende mogendheden er zelfs de overeenkomst van Landen.
Landen bezat ook een gasthuis, gelegen op de hoek van de Hoog- en de Kloosterstraat en de archieven van de 15de en 16de eeuw spreken over de verschillende wijnvelden, o.m. aan de Kalsberg, de Molenberg...
De aanleg van de spoorweg Brussel-Aken met verbindingen vanuit Landen naar Tamines, naar Hoei en naar Hasselt en de bouw van een station, brachten welvaart voor Landen. De inhuldiging van de lijn Landen - Sint-Truiden vond plaats op 6 oktober 1839, doch op 2 april 1838 reed de eerste trein op de lijn Tienen - Waremme via Landen. Het middeleeuws stadje barstte uit haar voegen: de kaarsrechte Hannuitsesteenweg (1849), belangrijke invalsweg, werd aangelegd ca. 1849 en in zijn verlengde de Stationsstraat in 1870-1872 (het marktplein in 1873) en men bouwde o.a. een suikerfabriek (1860) en een laboratorium (beheerd door het Landbouwsyndicaat, 1885); er kwamen winkels en middelbaar onderwijs.
Landen kende in de 19de eeuw een grote bloei en de bevolking groeide gestadig. De rijkswacht en een militair depot werden in Landen gevestigd. Na de Tweede Wereldoorlog breidde de stad zích verder uit. In de zeventiger jaren kwam er een kinderkribbe, een rusthuis, een industriezone, een volwaardig sportcomplex met
sporthal en een overdekt zwembad tot stand. Met Europees geld werd het natuur- en recreatiedomein 'De Beemden" (7 ha) met vijvers, een weiland, een rietveld en een elzenbos met wandelwegen aangelegd. De provincie Vlaams-Brabant kocht en restaureerde het domein 'Rufferdinge' - waar eveneens de Erfgoedvereniging Pepijn@Landen vzw (de geschied- en heemkundige kring) gevestigd is - met watermolen (daterend uit de 19de eeuw). Een museum van landbouwalaam maakte de zaak rond. In 2003 kocht de stad Landen het molengebouw op. Zo kwam er een bezoekerscentrum met toeristische balie in 2006 en in 2018 een belevingscentrum rond beweging/water met vernieuwde toeristische infrastructuur. Het landbouwalaam moest voor een groot deel een ander onderkomen zoeken.
Literatuur over Landen (de vroegere versterkte stad)
Delameillieure P., Landen, stad van Pepijn en Gertrudis? Brabant. Tweemaandelijks tijdschrift voor toerisme. April 1983. [download]

Terug naar de inhoud